- Het eerste Olympische goud en zilver voor Nederland is binnengehaald door de roeiers van de dubbelvier, maar wat is nu de marktwaarde van deze prijs?
- Ole Hansen van Saxo Bank onderzocht de waarden van de grondstoffen die in de Olympische medailles verwerkt zijn.
- Het zal je verbazen hoeveel de Olympische bronzen medaille waard is.
- Lees ook: Nederlanders handelen meer in goud door sterke stijging goudprijs
De Nederlandse roeiers van de dubbelvier hebben woensdag voor Nederland zowel een gouden als een zilveren medaille weten binnen te slepen op de Olympische Spelen in Parijs. Maar wat winnen deze atleten nu echt, naast het bewijs dat ze de beste zijn in hun sport?
De medailles vertegenwoordigen namelijk niet alleen sportief succes, maar zijn ook echt geld waard. De medailles zijn niet puur goud, zilver en brons, maar bestaan uit een mix van metalen waaronder 18 gram ijzer van de Eiffeltoren.
Waarde van goud, zilver en brons op de Olympische Spelen
De gouden medaille van de Olympische Spelen van 2024 weegt 529 gram en bestaat uit een zilveren kern van 505 gram, goudplating van 6 gram en dus 18 gram Eiffeltorenijzer. Ole Hansen, hoofd grondstoffenstrategie bij Saxo Bank, onderzocht de ruwe waarden van de grondstoffen die de Olympische medailles vormen om te bereken hoeveel ze waard zijn.
Per 23 juli kostte goud 77, 39 dollar per gram, zilver 0,93 dollar per gram en ijzererts 0,00011 dollar per gram, wat betekent dat de gouden plak in 2024 935,89 dollar waard is.
De zilveren medaille bestaat uit 507 gram zilver en 18 gram Eiffeltorenijzer en is daarmee 473,43 dollar waard.
De bronzen medaille bevat 415,15 gram koper, 21,85 gram zink en 18 gram Eiffeltorenijzer. Koper kost op dit moment 0,0092 dollar per gram en zink 0,00266 dollar per gram. De bronzen plak komt daarmee tot een waarde van 3,88 dollar.
De gouden en de zilveren medailles zijn hiermee een stuk waardevoller dan die van de Olympische Spelen in Tokio in 2020. Destijds waren ze respectievelijk 763,79 dollar en 415,50 dollar waard. De atleten die brons winnen komen er wat schameler vanaf: in Tokio was hun medaille nog 4,11 dollar waard.
Volgens Hansen is de hogere waarde van de gouden en zilveren medailles te danken aan de hoge metaalprijzen. "De vraag naar metalen zoals zilver en koper is aanzienlijk is gegroeid, omdat deze metalen cruciaal zijn voor de energietransitie."